Skip to content

Bronnenonderzoek

Wat is bronnenonderzoek?

Bij elk onderzoek worden gegevens verzameld. Soms komen die gegevens voort uit een experiment, soms moet je ze in de vorm van meningen uit mensen halen (via bijvoorbeeld een interview of enquête), en soms haal je ze van papier of je beeldscherm. Strikt genomen zou je kunnen zeggen dat telkens als je ergens je informatie vandaan haalt, je bronnenonderzoek aan het doen bent. Maar omdat je je informatie niet nergens vandaan kunt halen, is die definitie niet erg zinvol, al wordt hij vaak zo gegeven.

Bij bronnenonderzoek in de wat specifiekere zin haal je je data uit geschriften, verdragen, afbeeldingen, webteksten, foto’s. Bronnenonderzoek is er dus in vele soorten en maten. Er wordt immers heel veel gepubliceerd.

Voorbeelden:

Historische documenten

Je doet kunstgeschiedenis, en je wilt vroege afbeeldingen van Sinterklaas analyseren. Je zoekt dan in archieven met oude prenten, en uiteindelijk vind je een tientallen etsen en gravures.

Jurisprudentie

Je doet HBO Recht, en je wilt weten langs welke weg we in Nederland tot onze huidige euthanasiewetgeving zijn gekomen. Die ‘weg’ leidt langs jurisprudentie, wetsvoorstellen, kamerstukken, wetten, protocollen enzovoort.

Customer journey

Je opdrachtgever ziet dat zijn webwinkel goed bezocht wordt, maar dat er in verhouding maar weinig gekocht wordt. Maar hij krijgt er de vinger niet achter hoe dat komt. Je besluit zelf een customer journey-analyse te doen om in kaart te brengen hoe de website functioneert.

Nieuwsanalyse

Je wilt weten of in Nederland de discussie over het asielbeleid de afgelopen twintig jaar politiek naar links of naar rechts is opgeschoven en je wilt dat onderzoeken aan de hand van een analyse van berichten over asielzoekers in drie grote kranten.

Of deze (deze komt, in varianten, echt erg vaak voor):

Intern onderzoek

Je doet onderzoek in opdracht van bedrijf X, om uit te zoeken hoe zij hun beleid op onderwerp Y kunnen verbeteren. Uiteraard wil je dan weten wat X over Y aan beleid op papier heeft staan. Dat blijken de documenten a, b en c te zijn. Een eerder onderzoek van professor Z toont aan dat bedrijven zoals X in zulke documenten vaak aspect W verzuimen op te nemen.

Tip: is het er wel?

Opvallend vaak kom je er bij dit soort onderzoek achter dat er óf helemaal geen procesbeschrijving is, óf dat niemand hem gelezen heeft.

Waarom doe je bronnenonderzoek?

Bronnenonderzoek kan tot nieuwe inzichten leiden. Er zijn tal van onderzoeksvragen te bedenken die je op geen enkele andere manier kunt beantwoorden. Bij historisch onderzoek is het bijvoorbeeld vaak niet mogelijk om anders te werk te gaan; je bestudeert vaak een kwestie die te lang geleden heeft plaatsgevonden om te verwachten dat er nog betrokkenen bij de kwestie in leven zijn. Archeologen doen vrijwel alleen maar bronnenonderzoek, waarbij ze hun bronnen soms zelf uit de grond opgraven – dat dan weer wel. Maar ook in de voorbeelden hierboven is bronnenonderzoek een goede keuze. In het recht is wat we bij conventie of wet met elkaar hebben afgesproken leidend. Een customer journey kan alleen maar als je de navigatiestructuur en het bezoek van een site in kaart brengt, en bij vergelijkende nieuwsanalyse kijk je met een nieuwe bril naar artikelen van vaak tientallen jaren oud.

Bronnenonderzoek is vaak complementair. Als je doel is om uit te zoeken hoe een bepaald bedrijfsproces in elkaar steekt, moet je niet alleen aan medewerkers gaan vragen hoe zij uitvoer geven aan het proces, maar ook de procesbeschrijving zelf lezen.

Hoe pak je bronnenonderzoek aan?

Als je denkt dat bronnenonderzoek een goede (aanvullende) basis kan zijn voor je onderzoek, maak dan eerst eens een inventarisatie van het aantal items je bron eigenlijk bevat. Bij een jurisprudentieonderzoek is het niet zinnig om élke gerechtelijke uitspraak over je onderwerp te onderzoeken. Je selecteert alleen de uitspraken die een trendbreuk met de dan geldende heersende opvatting vormen. Bij een nieuwsanalyse loopt het corpus aan krantenartikelen vaak in de honderden.

Afhankelijk van het aantal kun je besluiten om álle beschikbare bronnen in je onderzoek te includeren, exclusiecriteria op te stellen of een steekproef te trekken.

Maak een onderzoeksprotocol. In het voorbeeld hierboven over het asielbeleid, zul je moeten bedenken wanneer je vindt dat een krantenartikel links of rechts gekleurd is. Dat kan aan de hand van het vóórkomen van bepaalde framing of bepaalde woorden. Een protocol helpt daarna bij het consequent beoordelen van alle bronmateriaal in de steekproef. Het moet niet zo zijn dat in het ene artikel het woord ‘overlast’ leidt tot een beoordeling als ‘rechts’, terwijl in een volgend artikel het woord ‘overlast’ juist leidt tot een beoordeling als ‘links’.

Stel vast over welke onderzoeksvragen je bronnen jou nieuwe inzichten kunnen geven. Richt je analysedocument gestructureerd in, zodat je de verschillende bronnen op een efficiënte manier met elkaar kunt vergelijken.

Tip: software

Word of andere tekstverwerkers zijn in regel geen geschikt document om je analyse in op te zetten. Kies voor Excel of Numbers.

Wat komt waar in een bronnenonderzoek?

Je hebt bij dit soort onderzoek een corpus van bronnen. Namelijk: die paar honderd platen. Al die juridische stukken. Een website. Honderden krantenartikelen. Of a, b en c. Bronnen zijn geschreven, getekend of gefotografeerd materiaal dat je:

  • (vroeger) kon vasthouden, en;
  • wat je (nu) ook op je beeldscherm kunt raadplegen.

En in deze voorbeelden wemelt het natuurlijk van de bronnen… maar het is géén literatuur, óók niet als het teksten zijn. Het zijn geschriften of beeltenissen die je kunt en wilt analyseren.

Bij bronnenonderzoek hanteer je, net als bij een enquête of interviews, de volgende richtlijn:

  • In het methodische gedeelte (je research design of onderzoeksmethoden-hoofdstuk) beschrijf je hoe je aan je bronnen bent gekomen. In het voorbeeld van de nieuwsanalyse moet je een selectie maken van alle beschikbare bronnen. Je moet een steekproef nemen omdat je niet álle artikelen van álle kranten zult kunnen bestuderen. In het rechtenvoorbeeld ga je ook niet het hele wetboek doornemen. Je bakent af door alleen de relevante beleidsstukken en artikelen in je onderzoek op te nemen. Je moet in je methode-stuk iets vertellen over relevantie, beschikbaarheid, betrouwbaarheid en validiteit. Die ontstaan, als het goed is, door de manier waarop je het hebt aangepakt.
  • In je resultatenhoofdstuk beschrijf je wat je hebt gevonden. Je beschrijft ook welke betekenis je aan die vondsten geeft. Je geeft die betekenis met behulp van bestaande literatuur. Het helpt daarbij om je bronnen (teksten, Sinterklaas-afbeeldingen, krantenartikelen) daarbij te zien als interviews. Je kunt jezelf de vraag stellen wat je uit dit ‘interview’ hebt geleerd. Wat heeft deze ‘interviewee’  gezegd over je onderwerp?

In het algemenere voorbeeld hierboven geldt dus: de documenten a, b en c zijn in dit onderzoek deel van je corpus. Dus resultatenhoofdstuk. Het onderzoek van professor Z behandel je in je TK. Zijn artikel is immers wetenschappelijke literatuur die je wilt gebruiken om je bronnen te kunnen analyseren. Je gebruikt zijn onderzoek dan ook in je resultatenhoofdstuk om a, b en c te analyseren.

Hulp nodig?

Heb je moeite met bronnenonderzoek, of met de structuur van je scriptie? Dan kan Bureau Scriptiehulp je helpen, tegen scherpe tarieven. We sparren met je over het zoeken en selecteren van goede bronnen, helpen je bij de structuur en behoeden je voor de veelgemaakte fouten. Dat lukt zelfs als je plan van aanpak of je scriptie al (meer dan eens) is afgekeurd.

Veel voorkomende verwarring bij bronnenonderzoek

1: "Het staat op papier, dus theoretisch kader"

Wat vaak mis gaat, is het beschrijven van je resultaten en analyse daarvan als je bronnenonderzoek doet. Het gaat mis, omdat je het idee kunt hebben dat, omdat je bijvoorbeeld geschreven bronnen onderzoek, je ze in je theoretisch kader moet behandelen. Dat is niet juist. In je theoretisch kader geef je een overzicht van wat binnen jouw vakgebied aan wetenschappelijke literatuur is geschreven over het onderwerp van je scriptie. Er ontstaat spraakverwarring doordat je ook bij literatuur spreekt over (literaire) bronnen.

In boeken over onderzoeksmethodiek wordt aan wetenschappelijk onderzoek ook gerefereerd als ‘bron’. Dat is verwarrend, omdat het daardoor eenvoudig wordt om alles wat in de vorm van letters op papier is gezet dan maar te beschouwen als literatuur. Daardoor wordt de verleiding om al je bronnen in een bronnenonderzoek te behandelen in het theoretisch kader erg groot.

2: Het kan beide

Wat voor de een ruwe onderzoeksdata zijn, kan voor de ander weer literatuur zijn. Kamerbrieven, wetsartikelen, het geldende veiligheidsprotocol binnen een bedrijf (vastgelegd in een pdf) of andere publicaties kunnen in een probleemschets of in een theoretisch kader óók literatuur zijn en mag je daar ook als zodanig opvoeren, met referentie. Je neemt daarbij aan dat wat er in die bron beweerd wordt, voor zich spreekt danwel deel uitmaakt van een wetenschappelijke discussie over je onderwerp die je in je TK wilt behandelen. (In het laatste geval moet je in het TK ook helder maken welk standpunt jij in die discussie inneemt). Maar niet als je die bronnen vervolgens gaat analyseren omdat je (bijvoorbeeld) wilt weten hoe het veiligheidsprotocol in drie opeenvolgende versies is veranderd om aan een ISO-certificering te voldoen.

3: Het structured literature review

Volledigheidshalve: ook wetenschappelijke literatuur kán deel uitmaken van je te analyseren brondata. Dat is zelfs de bedoeling bij metastudies. Je doet dan een structured literature review. Zo’n onderzoek wordt relevant als een onderwerp al heel vaak wetenschappelijk bestudeerd is, maar de resultaten van al die onderzoeken allemaal net anders zijn. Je ziet dit vaak gebeuren in de (para)medische sector. Er zijn boekenkasten vol geschreven over interventies bij een hernia of een tennisarm. Een ander mooi voorbeeld uit een ander vakgebied is: ‘De invloed van social media op ons dagelijks leven.’

Bij een structured literature review gaat het erom om al die publicaties een gewogen oordeel te geven. In die zin is het een bronnenonderzoek, maar wel met spcifiek omschreven spelregels. Je moet dan heel precies aangeven hoe je zoekt, welke wetenschappelijke artikelen je includeert of excludeert en – bij de beoordeling van al die artikelen – wat je beoordelingscriteria zijn. Als je dat gedegen en gestructureerd doet, kan je metastudie uitsluitsel geven over het onderwerp. Maar het meeste bronnenonderzoek gaat over niet-wetenschappelijke bronnen. Het protocol voor een SLR is zo specifiek, dat als je het bovenstaande niet enigszins herkent, je géén SLR aan het doen bent.

Tip: lees de handleiding

Als een structured literature review van je verwacht wordt, staat dat echt wel in de modulegids van je opleiding. Ga er dus vanuit dat wetenschappelijke literatuur niet je corpus aan te analyseren data vormt.