Skip to content

Writer's block

Z’n moeder belde. Donny was al zo lang bezig. Durfde geen hulp te vragen. ‘Joh, het is niet dat ie niet te helpen is, maar ik denk dat Donny meer een soort vaderfiguur nodig heeft.’ Of ik het eens wilde proberen? Tuurlijk. Dus daar zaten we, in een eigenlijk te druk grand café. Donny: afhangende schouders, loerend van onder zijn wenkbrauwen. En ik: fanatiek mezelf neerzettend als vaderfiguur.

Of Donny eens kon vertellen hoe zijn scriptie tot nu toe was gegaan. Nou, dat ging wel. Hij was al anderhalf jaar bezig. Hij deed een analyse van berichtgeving over de eerste en tweede golfoorlog in drie landelijke dagbladen. De Telegraaf natuurlijk, want die zou de politieke rechterflank kunnen afdekken. De Volkskrant, want dat contrasteerde zo leuk. En de NRC, want die zou mooi in het midden zitten. De timide blik was verdwenen. Er was geen speld tussen te krijgen: Donny die vol vuur vertelde over de analysemethode die hij had uitgedacht, de steekproef die hij had getrokken enzovoorts.

De eerste alinea

‘Dat klinkt alsof je het goed op een rijtje had’, zei ik welgemeend toen ik na twintig minuten een kansje zag om even in te breken. Waarom we eigenlijk tegenover elkaar zaten, vroeg ik. Donny zakte terug in de loerstand en er kwam een schaapachtig lachje op zijn gezicht. Want weet je… het was nog niet zo makkelijk om dit soort dingen op papier te zetten. Dat was Echt. Niet. Makkelijk. Telkens als hij achter de laptop ging zitten om aan zijn scriptie te schrijven, dan opende hij een wordfile en dan zag hij de cursor knipperen. En na een uur knipperde die nog steeds.

Na anderhalf jaar had Donny letterlijk nog geen letter getypt.

Maar – die had Donny niet zien aankomen – dat ging vandaag veranderen. ‘Ik ga even een rondje koffie halen. Hier is mijn laptop. Ga maar gewoon eens iets opschrijven.’ ‘Maar wat dan?’ stamelde Donny. ‘Gewoon: het eerste dat dadelijk in je opkomt als je aan je scriptie denkt.’ Ik bestelde koffie, bestudeerde de spreukentegeltjes aan de wand, bezocht het toilet, maakte een praatje met een vrouw met een Yorkshire terriër en kroelde met de pubpoes die ondanks de Yorkshire vier meter verderop op de vensterbank lag te slapen – hoeveel kun je in een café doen om wat tijd te vullen? Eenmaal terug met koffie had Donny zowaar een alinea tekst geproduceerd: ‘Daar zit ik dan. René is koffie halen en ik moet nu iets opschrijven over mijn scriptie. Gearge Bush senior startte de eerste golfoorlog en…’ zo voort.

Opwarmen

Ik: ‘Studenten denken altijd dat schrijven vanzelf gaat. Maar zelfs literaire schrijvers moeten vaak “opwarmen”. Die schrijven gewoon twee pagina’s troep, drukken dan op delete en gaan dan weer verder waar ze de vorige dag gebleven waren.’ We spreken af dat Donny voorlopig eerst maar eens een inleiding gaat inspreken op een voicerecorder. Met praten heeft Donny immers helemaal geen moeite. De volgende dag komt er een geluidsopname via wetransfer in mijn mailbox. De eerste audiominuut tik ik voor Donny uit… dan is er geen blanco wordfile meer, maar een begin.

Meer weten?

Lees dan onze informatie over studeren met studeren met faalangst.

Verder lezen...

De enige die er last van heeft

Het was frustrerend... ze vond het onderwerp nog wel leuk, maar ze had niet het idee dat iemand dat met haar eens was.

Snacktomaatjes

Wilma blijft haar scriptie maar voor zich uitschuiven. Er komt altijd wel iets tussen. Wat zij nodig heeft: snacktomaatjes.