Skip to content

Gewoon slechte docenten!

Maarten is al wat ouder. Loopt al een tijdje mee bij een woningcorporatie, en afstuderen… dat is iets van lang geleden, is toen versloft, en nu hij richting veertig gaat moet het er maar eens van komen. Hij heeft iets onderzocht aan de manier waarop woningcorporaties en de overheid samenwerken om meer woonruimte te realiseren, maar zijn docent geeft vaag commentaar.

‘Ik zou nog eens goed kijken naar het analysehoofdstuk’, luidt de feedback. En dat begrijp ik wel. Maarten heeft in zijn analyse een soort score gehanteerd voor de samenwerking. Goede samenwerkers scoren een 5, de partijen krijgen een 1  als ze er niets van bakken. Maar de scoreberekening is vaag, nauwelijks onderbouwd en sowieso niet geijkt. Ik vraag Maarten vraag waar de scores vandaan komen. Het blijkt dat het net even anders beantwoorden van 1 enquêtevraag de score van 2 naar 5 kan veranderen. Dat vraagt om moeilijkheden.

Maar hier beginnen de moeilijkheden pas. Als ik Maarten wijs op de zwakke analyse, krijg ik een heel andere Maarten te zien. De docenten hebben het gedaan. Slechte begeleiding, laten dobberen, geen sturing, tegenstrijdig commentaar…

‘Laten we eens kijken wat je wél kunt beweren op basis van de ruwe data’, probeer ik nog. Maar Maarten wil het alleen nog maar hebben over een klachtenbrief richting zijn opleiding.

‘Wat wil je bereiken?’

Docenten komen in alle soorten en maten. Ongeïnspireerd, afwezig, onduidelijk, onwillig en soms ronduit incompetent. Heel vaak ook scherp en goed, trouwens. Soms allebei tegelijk. Maarten laat me eerdere feedback van de docenten zien die ook al wijst op de zwakte van zijn schimmige meetinstrument. Je moet alleen wel een cursus begrijpend lezen moet hebben gevolgd om dat eruit te halen (al zou alleen al bij het woord ‘onderbouwen’ wel een alarmbelletje hebben moeten  rinkelen).

‘Laten we nu niet meteen gaan klagen’, zeg ik.

‘Ja, maar je kritiek is terecht. Het is gewoon een flutmeting. Waarom heeft nooit iemand dat tegen me gezegd? Het zijn gewoon slechte docenten.’

‘Okay. Laten we eens aannemen dat dat waar is. Wat wil je dan bereiken met een klacht?’

‘Nou…’ Maarten hapt een paar keer, als een vis op het droge. Hij begint een paar keer aan een zin, maar slikt die toch weer in.

‘Je docent heeft in beginsel altijd gelijk. Je kunt het wel aankaarten, maar ga dan langs bij de studieadviseur en stel vragen in plaats van dat je iemand beschuldigt. En voordat je dat doet, vind ik dat je eerst eens moet kijken wat je zelf allemaal anders had kunnen doen.’

Snel checken

Probeer in een vroeg stadium van je scriptieproces al uit te vissen of jullie door één deur kunnen, en zo nee, of je iets te kiezen hebt. Switchen is dan nog veel makkelijker. 'Het gaat wel' is niet goed genoeg.

‘Ik zou ook excuses willen horen’

Ik heb studenten met succes zien klagen. Zonder uitzondering waren dat soort succesnummers altijd als de docent ook echt fout zat. De docent die vond dat de probleemstelling in het research design moest. De docent die eigenhandig de hoofdvraag veranderde van “a” in “b”, en twee rondjes feedback later weer van “b” in “a”. Bij dat soort docenten zijn wij van Bureau Scriptiehulp er altijd als de kippen bij op te zeggen: ‘Joh, dit is echt niet okay. Wat je docent nu doet, is echt klinkklare onzin. Daar moet je het met hém over hebben, en als ie voet bij stuk houdt, vrees ik dat ik als begeleider een stapje terg moet doen. Ik kan je niet coachen om het goede ding te doen als ‘het goede ding’ telkens iets anders is.’

Maarten is anders. Maarten is wel te lang aan zijn lot overgelaten en dat is niet netjes, maar inhoudelijk heeft zijn docent een punt. Dus met deze op zich sloppy docent moet je anders omgaan.

Er gaat een week voorbij, voor ik Maarten weer zie. Of we zijn klachtenbrief kunnen doornemen. Ik lees met stijgende zorg.

‘Wil je afstuderen?’ vraag ik na afloop.

‘Ja, natuurlijk.’

‘Doe me een lol. Laten we dit uur besteden aan een brainstorm over hoe je je resultaten goed kunt presenteren. Bewaar je klacht tot je je diploma hebt. En ga er dan vol in.’

‘Meen je dat?’

‘Natuurlijk. Je bent boos. In jouw plaats zou ik ook genoegdoening willen, excuses willen horen. Maar die helpen je nu niet. Wat je nu helpt, is dat je het probleem verhelpt. Daar had je docent al een jaar geleden iets van moeten zeggen, maar dat is niet gebeurd. Zo gaat dat soms. Rot, maar het is niet anders. Ook al krijg je op je klacht een positieve reactie, dan nog zal je iets aan de inhoud moeten doen. Die klacht gaat dus in het beste geval niets brengen. In het slechtste geval is je docent in de kuif gepikt. Ik ga koffie halen. Die zal nu wel doorgelopen zijn. Ik hoor wel wat het wordt als ik terugkom.’

‘Het heen en weer krijgen’

In de vijftig minuten daarna voltrekt zich een wonderlijk proces. Met enkele minor repairs komen we tot een heel andere presentatie van resultaten. De gekke scoorkaarten gaan in de prullenbak, er ontstaat een aantal kruistabellen en we testen een paar schalen in SPSS.

‘Ja, zo kan het ook’, erkent Maarten aan het eind van de sessie.

Een maand later levert Maarten zijn scriptie in. Nog zes weken, veel tandenknarsend vaag commentaar en twee versies verder komt het verlossende woord: een 7.

‘Well done. Hoe is het met de klachtenbrief? Nu kun je hem inleveren.’

Het blijft stil aan de andere kant van de lijn.

‘Je gaat em niet inleveren?’

‘Laat ze allemaal het heen en weer krijgen’, besluit Maarten.

Verder lezen...

Squeeze

Wat te doen als je last hebt van squeeze: je wordt gemangeld tussen belangen van een opdrachtgever en diploma-vereisten van je opleiding.