Skip to content

En de conclusie is...

Spoiler: dit verhaal loopt verkeerd af. Scriptiebegeleiding is mensenwerk. Een scriptie schrijven ook. En daardoor heeft niet ieder verhaal een happy end. Maar uit deze case kun je wel een heldere conclusie trekken.
Faith had geen probleem met schrijven en dat was maar goed ook, want ze deed school voor journalistiek. Nee, schrijven ging Faith makkelijk af. Ze zag zich al leuke stukjes schrijven voor een vrouwenblad. Of leuke human interest-verhalen. Alleen… dat onderzoek!

Analyseren met literatuur

Een trendanalyse moest het worden. Journalistiek is de laatste tien jaar geworden tot snacknieuws: korte nieuwsjes, die je op je mobiel eenvoudig kunt consumeren als je op de bus staat te wachten. Maar er is bij zo’n trend altijd een tegen-trend en dat is slow journalism: een rustige verteltrant waarin sfeer en uitweiding van groot belang zijn. Vijf expert-interviews en zeventien artikelen later had Faith een aardig idee hoe de Nederlandse kranten- en tijdschriftenwereld hernieuwd vorm gaf aan de langzame journalistiek. En nu? Faith keek wanhopig.
Ik: ‘Het is belangrijk dat je in je resultatenhoofdstuk eerst laat zien wat je gevonden hebt. Het is eigenlijk net als in een journalistiek artikel: je vertelt wat er aan de hand is, en dat illustreer je door een politicus of een belangengroep aan het woord te laten. Alleen zijn het in dit geval niet alleen quotes, maar ook passages uit de nieuwsartikelen die je geanalyseerd hebt.’
Faith: ‘En dan?’
Ik: ‘Je gaat bekijken wat die resultaten eigenlijk betekenen. Dat doe je aan de hand van de literatuur die je bestudeerd hebt. Dus je analyseert door die literatuur er weer bij te pakken, en dan te laten zien dat bepaalde resultaten goed passen in de theorie van Pietje, of dat andere resultaten haaks staan op de theorie van Jantje.’

Betekenis geven

Een week later krijg ik een A4-tje in de mailbox. Faith heeft vooral beschreven wat er in de langzaam-journalistieke artikelen te lezen valt (iets over een miskraam krijgen en iets over klimaatverandering), en dat dat dus (?) slow journalism is.
Ik: ‘Dat is een mooi begin. Maar nu weet ik wel wat je gevonden hebt, maar niet wat het betekent. Ik zie geen enkele link met je TK.’
Faith: ‘En nu?’
De tijd begint te dringen. De deadline is daar. Eind van de week moet het stuk bij de docent in het postvak liggen. Ik: ‘Je moet alsnog het verband met literatuur leggen. En je moet je conclusies nog schrijven.’
Faith: ‘Conclusies?’
Ik: ‘Ja. Je moet in je conclusies nog antwoord geven op de vragen in je onderzoek. Dáár moet je geen nieuwe resultaten meer in schrijven, en ook geen literatuurverwijzingen meer, en zeker geen literatuur die niet in je TK staat. Eigenlijk moeten je resultaten minstens vier keer zo lang zijn, en je conclusies moeten op 1 A4-tje passen.’
Een dag voor de deadline: een mailtje met een smeekbede. Of ik nog een keer kon kijken. Tuurlijk. Jouw scriptie is voor mij het belangrijkste.

Risico

De resultaten waren onaangetast. De conclusies waren vijf pagina’s lang, en gingen over andere resultaten dan de resultaten in het resultatenhoofdstuk, en niet over de onderzoeksvragen.
De conclusie is: als je feedback krijgt, moet je daar wel iets mee doen. Of, zoals Faith, je neemt het risico, en moet het volgende jaar een nieuwe scriptie schrijven.

Schrijf je conclusies...

...in een halve dag. Geen nieuwe inzichten, geen nieuwe info. Samenvattend moet het zijn.

Verder lezen...

Shitty data

Shitty data: als je onbruikbare data hebt verzameld is dat meestal het gevolg van een slecht research design. Wat valt er dan nog te redden?